Voorwerpen van (on)eer en toorn

Voorwerpen van (on)eer,

ontferming en toorn


door

Debby van Galen

10 maart 2023

In de Bijbel lezen we geregeld over het beeld van de pottenbakker en de voorwerpen die hij uit klei maakte. Dit beeld is uiteraard gebaseerd op een oude ambacht die ook in de Joodse cultuur zijn ontwikkeling kende. In dit verband zijn ook een aantal termen die bijvoorbeeld de apostel Paulus gebruikt vooral naar aanleiding van de gelijkenissen die de profeet Jeremia vertelde, zoals “voorwerpen voor  eervol gebruik” en “een afgedankte kruik”. Heb je je weleens vertwijfeld afgevraagd toen je deze uitspraken las hoe dat op jou van toepassing is? Voor het juiste begrip is het behulpzaam om de oude Joodse cultuur te verkennen. Ga je mee?


Laten we een gemiddeld dorp in het oude Israël binnenlopen en op zoek gaan naar het huis van de pottenbakker, waar ook zijn werkplaats te vinden is. Eenmaal gevonden, lopen we binnen en begroeten de pottenbakker die bezig is met een kruik waar een barst in zit, een hompje rode klei, water en een draaiwiel. We kijken om ons heen en zien op een plank enkele stenen kruiken en potten staan; andere kruiken liggen op elkaar gestapeld vanwege hun aparte vorm. In een hoek ligt een stapel gebarsten kruiken en potten. 


Wat al opviel voordat we binnenkwamen is dat buiten de werkplaats op een achteraf een stapel scherven lagen en ook wat vieze oude potten. Er is ook een stenen vuuroven dat brandt en waar een paar voorwerpen in staan te bakken. 


Als we de pottenbakker vragen wat hij aan het doen is met die gebarsten kruik, dan legt hij ons uit dat hij dit voorwerp, dat bedoeld is als waterkruik, probeert een tweede kans te geven. Het was uit de oven gekomen met een barst erin, wat het natuurlijk als waterkruik onbruikbaar maakt. Het had de hitte niet doorstaan. Door met extra klei de barst te dichten en nogmaals in de oven te bakken, hoopt hij dat het alsnog verkocht of geruild kan worden. Geruild? “Ja,” licht hij toe. “Dat zit zo.” 


Zijn klanten komen naar zijn werkplaats voor specifieke voorwerpen. Ze kunnen vragen naar een waterbeker van ontferming, maar ook naar een waterkruik van eer. Die heeft elk huishouden nodig om water in huis te kunnen halen en bewaren. Wij kijken hem een beetje onnozel aan, dus neemt hij ons mee naar zijn huis en toont ons een soort tafel tegen een muur van ongeveer 1.20 m hoog en 1 meter breed. Er zitten drie gaten in: één smaller gat aan de linkerkant en twee grotere gaten. In het smallere gat past een kleine pot, een drinkbeker: de beker van ontferming (Rom.2:23), vertelt hij. Dat doet ons denken aan deze woorden in Efeze 2:10 Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus om goede werken te doen, die God van tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen. In het middelste gat hangt een grote waterkruik met drink- en waswater: een eervol voorwerp. In het rechter gat hangt ook een waterkruik, maar dat is voor het verzamelen van het gebruikte water. Steek je neus er niet in, want het stinkt wat omdat het al zo lang stilstaand water is: een oneervol voorwerp. Paulus gebruikt in zijn tweede brief aan Timotheüs dit dagelijks tafereel ook: 2 Timotheüs 2:20-21 Maar in een groot huis zijn niet alleen voorwerpen van goud en van zilver, maar ook van hout en aardewerk, sommige zijn voor eervol en andere voor oneervol gebruik. 21. Als iemand zich dan hiervan reinigt, zal hij een voorwerp zijn voor eervol gebruik, geheiligd en van veel nut voor de Heere, voor elk goed werk gereedgemaakt. Als een klant bij onze pottenbakker komt om een nieuwe kruik, pot of beker en hem vertelt waar het voor is, dan mag die erop vertrouwen dat de pottenbakker met zorg en grondige kennis van zijn product de juiste zal kiezen. 


Best wel onder de indruk van deze oude culturele gewoonte, vragen we ons hardop af wat er gebeurt met dat oneervolle voorwerp, die rechterkruik, als het vol is. De pottenbakker kijkt ons vriendelijk aan en neemt ons weer mee naar buiten, naar het achteraf waar we al kruiken hadden zien liggen. De mensen brengen ze terug naar hem, legt hij uit, om die om te ruilen voor een schoongebakken eervolle kruik. De oneervolle kruiken neemt hij aan om ze in de vuuroven zover te verhitten dat alle onreinheden van binnen en buiten verbranden. Daarna zijn ze weer bruikbaar als eervol voorwerp. Hier krijgen we een beetje begrip voor Paulus’ gebruik van woorden in Efeze 1:4 omdat Hij ons vóór de grondlegging van de wereld in Hem uitverkoren heeft, opdat wij heilig en smetteloos voor Hem zouden zijn in de liefde. 


“Hoe zit het dan met al die scherven daar in de hoek van het plaatsje?” vragen we. De pottenbakker kijkt ineens een beetje sip en, terwijl zijn ogen ook op de scherven gericht zijn, vertelt hij dat het wel eens voorkomt dat hij een nieuwe kruik gebarsten uit het vuur haalt, zoals de kruik waar we hem aan zagen werken toen we daarnet bij hem binnenkwamen. Hij probeert ze altijd een tweede en zelfs een derde kans te geven met reparaties en in-en-uit het vuur, maar soms wil het gewoon niet lukken en kan een kruik, pot of beker het vuur gewoon niet aan. Dan heeft hij geen andere keuze dan ze tot vaatwerken van toorn te verklaren – omdat het hem tamelijk gefrustreerd en boos maakt – en ze in scherven te stuk te slaan om op een hoopje te gooien. Misschien nog voor een ander doel, zegt hij schokschouderend. Jeremia refereert hieraan in 22:28 Is deze man, Chonia, een afgedankte, stukgeslagen kruik? Of is hij een pot waaraan niemand waarde hecht? Waarom zijn hij en zijn nageslacht weggeslingerd, ja, weggeworpen naar een land dat zij niet kenden? 


Dit artikel is onderdeel van de podcast Daniël - Uitstel maar geen afstel. Klik hier om de podcast gratis te beluisteren. 

Een gift wordt op prijs gesteld.


Alle artikelen worden je gratis aangeboden door Debby van Galen.

Wil je haar bedanken met een blijk van waardering en steunen?

Klik hier en maak je keuze.


Share by: