Geloven

Geloven


door

Debby van Galen

17 mei 2023

Geloof  [Hbr. /emu'nah/]


“Vertrouwen komt te voet en gaat te paard.” 


Misschien ken je dit gezegde wel. Dat geldt voor menselijke relaties, maar geldt dat ook voor de relatie tussen de mens en God?


Toen ik kind was...

Onder normale omstandigheden wordt een kind geboren en groeit het op in een omgeving waarin het zonder enige twijfel vertrouwt op de liefdevolle zorg van diens ouders. Daarvoor heeft het geen bewijs vooraf nodig en vraagt zich ook niet af of er reden is tot bezorgdheid dat het hem of haar in de toekomst, hetzij nabij hetzij ver, daaraan zal ontbreken. Het uitgangspunt waarin je ooit je leven bent begonnen was zoals ik het net beschreef; een ijzersterk vertrouwen op de betrouwbaarheid van de personen van wie je voor je dagelijks onderhoud afhankelijk was.


Nu ik volwassen ben... 

Echter, ieder mens is op een dag tegen de realiteit op gelopen dat je vertrouwen beschaamt kan worden, en je raakt je onbevangenheid kwijt; dit is onvermijdelijk. Voor de één was dit al op zeer jonge leeftijd een nare gewaarwording, voor de ander kwam dat pas aan het einde van de kindertijd – of ergens daartussen. Het kinderlijk vertrouwen maakte plaats voor behoedzaamheid; geloven in de goedheid van de mens maakte in welke mate dan ook plaats voor twijfel en bezorgdheid met als gevolg angst en wantrouwen. Vanaf toen werd het makkelijker om je vertrouwen te schaden dan te krijgen. Voor velen is het gedrag van degenen die zij vertrouw(d)en een weerspiegeling van het ware karakter van God. Velen rekenen Hem af op het kwaad dat hun is aangedaan door mensen. Als je er sec naar kijkt, klinkt dit niet erg rechtvaardig en toch werkt het voor legio wel zo.


Wel te vertrouwen?

Aan de andere kant, zij die God niet afrekenen op de zonden van anderen, zijn desalniettemin in enigerlei mate geneigd om te twijfelen vanuit dezelfde beschadiging. Vragen als: “Heb ik wel genoeg geloof – in Jezus, in mijn redding, in een toekomst bij Hem wanneer ik sterf…?” en vul zelf maar aan. Twijfelen aan de betrouwbaarheid van God en van de Waarheid van Zijn Woord – of Hij wel naar je gebeden luistert, of Hij je wel vergeven heeft, of Hij je niet verlaten heeft? Zoveel bezorgdheid en twijfel werkt verlammend.

 

Vader van het geloof

Er is goed nieuws voor jou: het kan anders! Gods Woord laat dat zien als we die weer opnieuw leren lezen vanuit de oorspronkelijke betekenis van de taal, context en cultuur waarin het geschreven is. Laten we beginnen bij het begin, bij de vader van het geloof: Abraham.


Genesis 15:6 En hij geloofde in de HEERE, en Die rekende hem dat tot gerechtigheid.


Nadat Abraham zijn worsteling met kinderloosheid bij de HEERE onder de aandacht had gebracht en daarbij alternatieven voorgesteld had, werd de belofte van een eigen zoon bij Sarah nogmaals bevestigd. Ter illustratie gaf de HEERE hem een opdracht: “Kijk naar de hemel en tel de sterren. Zo talrijk zal je nageslacht zijn.” 


We komen het begrip “geloven” voor het eerst in de Bijbel tegen in deze tekst, waarbij de context direct heel treffend in de relationele sfeer is. Ruim 400 jaar later treffen we Abrahams nageslacht uit de lijn van deze beloofde zoon – Izaäk, en kleinzoon Jacob, aan in Egypte. Mozes en Aäron waren naar het Hebreeuwse volk gestuurd om hun uit te leiden uit de slavernij van Egypte. Als bewijs dat de HEERE deze twee Levieten had gezonden om die opdracht namens Hem uit te voeren werden aan de oudsten van het volk twee tekenen getoond.

Exodus 4:31 Het volk nu geloofde. Toen zij hoorden dat de HEERE naar de Israëlieten omgezien had en dat Hij hun onderdrukking gezien had, knielden zij en bogen zij zich neer.

Wat in bovenstaande voorbeelden, en alle andere gevallen die we daarna tegenkomen in de Schrift, opvalt is dat de ondertoon van het woord “geloofde” vooral over absoluut vertrouwen in de almacht en voorzienigheid van de God van hemel en aarde gaat. Het bewijs daarvoor werd geleverd in de vorm van tekenen vooraf. De reactie van zowel Abraham als de vertegenwoordigers van het volk is onderwerping en aanbidding.


Emunah

In het Hebreeuws is het wortelwoord voor ‘geloven’ /emu’nah/ dat in zich het concept ‘trouw’, ‘vertrouwen, en ‘betrouwbaarheid’ herbergt. Het omvat “een rotsvast vertrouwen in de beloften van God”. Aangezien gedrag in het verleden getoond een betrouwbare prognose voor toekomstig gedrag is, stelt Mozes in Deuteronomium 32:4 vast: Hij is de rots, Wiens werk volmaakt is, want al Zijn wegen zijn een en al recht. God is waarheid en geen onrecht; rechtvaardig en waarachtig is Hij. 


In de Joodse traditie is emunah (geloof) een grote deugd. Emunah omvat niet, zoals de kerkelijke doctrines suggereren, slechts “het is maar te hopen dat ‘het’ waar is”, of onzeker hopen dat je door God gehoord en gezien bent. Dit wordt gezien als een klein geloof hebben, dat ervoor zorgt dat je met lege handen komt te staan. Vergelijk met Jezus’ onderwijs: Mattheüs 6:28,30 En wat bent u bezorgd over de kleding? Kijk naar de lelies in het veld, hoe ze groeien; ze werken niet en spinnen niet; […] 30. Als God nu het gras op het veld, dat er vandaag is en morgen in de oven geworpen wordt, zo bekleedt, zal Hij u niet veel meer kleden, kleingelovigen? Sommigen hebben de overtuiging dat juist het-allemaal-niet-zo-zeker-weten een deugd is; het zou getuigen van nederigheid en bescheidenheid. Dit is tegenovergesteld aan wat de Bijbel ons leert over Wie God is en over Zijn omgang met ons, mensen. 


Het ons welbekende woord ‘Amen’ dat afstamt van emunah betekent daarom niet: ‘Gods wil geschiede’ of ‘Ik beaam wat er gezegd wordt’. Het wil zoveel zeggen als: Ik vertrouw erop/Ik weet zeker dat God doet wat Hij heeft belooft. Hebreeën 11:1 Het geloof nu is een vaste grond van de dingen die men hoopt, en een bewijs van de zaken die men niet ziet.


Wees weer zoals dat jonge kind met een absoluut en rotsvast vertrouwen in de genadige en liefdevolle Vader dat Hij voor je zorgt, je diepste pijn, noden en verlangens kent en je verzoeken aan Hem inwilligt die in overeenstemming zijn met Zijn Woord (lees: daarbij aansluiten). 


Vertrouwelijke omgang

In het algemeen geldt: Jouw vertrouwen in een ander groeit naarmate de omgang in het dagelijks leven steeds meer de norm wordt en de relatie op waarheid is gestoeld, waardoor je herinneringen maakt die het bewijs vormen voor de betrouwbaarheid van de ander in de toekomst. In Gods Woord staan talloze beschrijvingen van Zijn trouw, genade en liefdevolle zorg die ons bewijs zijn dat Hij betrouwbaar is. Als Hij het zegt, dan is het zo; het verleden wijst dat uit. Waar mensen ons kunnen teleurstellen en in de steek laten, blijft Hij trouw en altijd nabij. Hoe weet ik dat zo zeker? Omdat Hij het zegt: Numeri 23:19 God is geen man, dat Hij liegen zou, of een mensenkind, dat Hij ergens berouw over hebben zou. Zou Híj iets zeggen en het dan niet doen? Zou Híj spreken en het niet gestand doen? Deuteronomium 31:8 De HEERE nu is het Die voor u uit gaat. Hij zal met u zijn. Hij zal u niet loslaten en u niet verlaten. Wees niet bevreesd en wees niet ontsteld. En Jezus herhaalde dit nog eens vlak voor Zijn hemelvaart: Mattheüs 28:20 En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld. Amen. 


Kinderen van Abraham

Zoals Abraham de HEERE op Zijn Woord geloofde en het teken aannam als bewijs dat die belofte te Zijner tijd zou worden ingelost, hetgeen hem tot gerechtigheid werd gerekend, zo noemt de apostel Paulus elke gelovige, ongeacht hun status in de wereld, met datzelfde onbevangen vertrouwen ‘een kind van Abraham’. Zo werd inderdaad de belofte van de HEERE aan Abraham ingelost: niet alleen in zijn natuurlijk nakomelingen, maar ook in geestelijke zin. 

Galaten 3:26-29 Want u bent allen kinderen van God door het geloof [emunah] in Christus Jezus. 27. Want u allen die in Christus gedoopt bent, hebt zich met Christus bekleed. 28. Daarbij is het niet van belang dat men Jood is of Griek; daarbij is het niet van belang dat men slaaf is of vrije; daarbij is het niet van belang dat men man is of vrouw; want allen bent u één in Christus Jezus. 29 En als u van Christus bent, dan bent u Abrahams nageslacht en overeenkomstig de belofte erfgenamen.


Wellicht vraag je je nu af hoe je in vredesnaam aan zulk geloof komt? Het antwoord is heel eenvoudig: veranker je in Zijn Woord en leef dag en nacht van daaruit. Hoe meer je je in Zijn Woord verdiept des te vaster jouw vertrouwen (geloof) in Hem wordt, dat Hij doet wat Hij belooft. Je liefde voor Hem zal daarmee toenemen waardoor twijfel en onzekerheid zullen moeten wijken. Verlang je daarnaar? Begin vandaag. Open je Bijbel en laat je onderwijzen.


Amen! 



© Debby van Galen | Onder de vijgenboom

Share by: